Om treinen veilig over het spoor te kunnen laten rijden, is er een beveiligingssysteem dat ervoor zorgt dat seinen, wissels en overwegen hun werk doen. Wanneer je vaak met de trein reist heb je vast wel eens gemerkt dat de trein op bepaalde stukken langzamer gaat rijden of dat de spoorbomen naar beneden gaan wanneer je met de fiets of auto een spoorweg nadert; dit alles wordt aangestuurd door de treinbeveiligingstechnieken met als doel het veilig laten rijden van treinen op het spoornetwerk.
Naast de treinen werken ook de seinen, de beveiligingsinstallaties en de wissels op elektriciteit. Diverse ondergrondse en bovengrondse energie- en verdeelstations leveren elektriciteit aan alle spoorwegapparatuur. De discipline Seinwezen houdt zich dag en nacht bezig met het goed functioneren van al deze spoorwegapparatuur. Het is cruciaal dat de systemen waarmee de treindienstleiders hun commando’s geven, goed aankomen bij de externe elementen, zodat wissels in de juiste stand gestuurd kunnen worden, seinen de juiste kleur tonen en treinen met de juiste snelheid kunnen én mogen rijden.
Veel verschillende technieken
De Seinwezen monteurs werken met veel verschillende technieken die zij moeten kennen en onderhouden. In totaal zijn er wel meer dan 25 verschillende soorten spoorwegonderdelen (wissels, emplacementssystemen, seinen, etc.) waar de discipline Seinwezen onderhoud aan moet uitvoeren. Daarnaast zijn er continue ontwikkelingen op het gebied van nieuwe wissels, seinen en beveiligingstechnieken, evenals gereedschappen en materialen die gebruikt worden. Zo wordt er bijvoorbeeld gebruik gemaakt van een relaistechniek uit 1945, maar ook van de nieuwste computers en monitoringstechnieken.
De moderne monitoringssystemen zijn van aanzienlijke waarde bij het voorkomen van storingen, omdat zij gedetailleerd het gedrag van de infrastructuur kunnen volgen. Met behulp van de resultaten kunnen tijdig onderhoudsacties worden uitgevoerd vóórdat een storing kan optreden. Op deze manier dragen moderne monitoringsystemen bij aan de beschikbaarheid en betrouwbaarheid van het spoor.
Storingen
Ondanks diverse voorzorgsmaatregelen vertoont de treinbeveiliging regelmatig storingen. Vanwege de directe impact op het treinverkeer hebben dergelijke storingen vrijwel directe gevolgen voor de treinverloop. Voorbeelden van storingen zijn onder meer:
- Wisselstoringen: zoals een fysiek obstakel dat voorkomt dat de wissel soepel beweegt, of een defecte microswitch die niet aangeeft of de wissel veilig te berijden is;
- Seinstoringen: variërend van een defect lampje, tot een defecte printplaat in een computer die de juiste spanning niet richting het sein stuurt;
- Stroomstoringen: zoals defecte batterijen, het ontbreken van netvoeding, beschadigde kabels of defecte componenten;
- Beveiligingssysteemstoringen: zoals een computer met een defect onderdeel, of een commando van de treindienstleider dat niet wordt ontvangen op de beoogde bestemming.
Ontzettend gevarieerd werk
Geen enkele dienst is hetzelfde in het techniekveld Seinwezen. De ene nacht ben je bezig met het demonteren, reinigen, invetten en wéér monteren van een volledig wissel, terwijl je de volgende nacht met behulp van een hoogwerker op het spoor een LED-unit vervangt. En weer een nacht later ben je bezig met het meten van relais in een relaishuis met behulp van een laptop. Kortom; het werk is ontzettend gevarieerd!